maandag 20 februari 2017

ECQI 2017: een terugblik op het Cycloop-symposium 'Kwalitatief actieonderzoek in multi-actor samenwerking’.

Van 7 tot 19 februari had de eerste Europese conferentie over kwalitatief onderzoek plaats in de historische gebouwen van de KU Leuven. Aan de University of Illinois was reeds 12 maal een Internationale Conferentie voor Qualitative Inquiry georganiseerd, en de ECQI 2017 was de eerste uitgave in Europa. Het programma legde de nadruk op de kwaliteit van gebruikte onderzoeksmethodes en op de reflexiviteit die past bij kwalitatief onderzoek.

Een uitgebreide reeks ‘pre-conference workshops’ illustreerde de ruime waaier van kwalitatieve methodes, en introduceerde vooral jonge onderzoekers in de principes en de grote variatie van vaardigheden die nodig zijn om de verschillende stappen van een kwalitatief onderzoeksproces te doorlopen. Vervolgens kwamen zowel methodische als thematische illustraties aan bod in de talrijke poster-, paper- en panelsessies, symposia en workshops. Ook de bijzondere vereisten die kwalitatief onderzoek stelt om tot publicatie te komen, kwamen uitvoerig aan bod. Op sommige plaatsen heeft de universitaire academie het blijkbaar moeilijk om dit soort onderzoek voldoende ruimte te geven, maar er lijkt toch evolutie in een verruimende richting. Opvallend voor dit congres was de levendige betrokkenheid van de deelnemers. Ook de openheid en diepgang in de persoonlijke getuigenissen van onderzoekers vielen op als een bijzonder kenmerk voor kwalitatief onderzoek. 

Het Cycloop-symposium over participatief actieonderzoek in multi-actorsamenwerking kende een grote opkomst. Met de focus op actieonderzoek was het op de ECQI enigszins een buitenbeentje en ook het multi-actorproces leek voor velen eerder nieuw. Een 60-tal deelnemers volgden met grote belangstelling en de toelichting bij 3 onderzoekservaringen.

RenĂ© Bouwen leidde het symposium in met een verduidelijking van principes van actieonderzoek en multi-actorprocessen. 

Styn Grieten bracht een eerste verhaal over een organisatieontwikkelingsproject met interne actorgroepen in een organisatie voor bijzondere jeugdzorg. De interesse van de aanwezigen bleek uit diverse vragen, vooral met betrekking welke actoren aan welke gesprekken en activiteiten deelnamen. Ook de rol van directie en actieonderzoekers was onderwerp van verdere bevraging.

Inge Vermeesch bracht dan de case van het recycleren van vlakglas in een breed multi-actorproject. Vooral ‘contracting’ met een grote diversiteit van actoren kwam in de aandacht, met vragen over de manieren waarop erg uiteenlopende visies en belangen op elkaar betrokken kunnen worden.

Johan Hovelynck besprak een langlopend proces met betrekking tot de veiligheid van in de outdoor- en buitensportsector. Ook hier zijn diverse actoren vanuit zeer verschillende verwachtingen en objectieven op elkaar betrokken. Over de tijdslijn van het verbetertraject en doorheen de kritische vragen van gebruikers komen beslissende ontwikkelingsmomenten voor, die verschillende werklogica’s in gang zet. Vooral de complexiteit van deze sturingscontext was een punt van verwondering en bevraging, en de deelnemers richtten hun aandacht onder meer op de rol en bijdrage van de begeleider-onderzoeker in dergelijk gebeuren.

De vragen naar verdere illustratie van het complexe multi-actorproces en vooral naar de rol en bijdrage van de actie-onderzoeker, nam de meeste gesprekstijd in beslag, zodat het kritische invloedspel tussen de actoren als kern van multi-actorprojecten slechts zijdelings ter sprake kwam. Wel volgden er meteen vragen naar mogelijke toepassing in de werkomgevingen van verschillende deelnemers, die ze vooraf niet per se als voorwerp van actie en onderzoek hadden ingeschat. De verhalen wekten vinnige interesse op en bleken gewaardeerd in het domein van sociaal onderzoek.